Alvias reed nu al dagen op Asla, zijn paard, rond. Hij was een van de vele die avontuur zocht in het leven. Alleen was hij de enige die een leven van rijkdom en glorie achterliet om met armoede een nieuw leven te starten.
Zijn glimlach ging van oor tot oor, hij had zich in zijn hele leven nog niet zo gelukkig geweest. Zijn rimpelloze gezicht toonde nog geeneen barstje van stres. Zijn witte haar golfde door de wind heen. En daar was hij nu trots op, zijn witte haar. Hij is een inwoner van Iskendria, het elfenland van de sneeuw. Zij waren een grote hulp geweest in 1 van de grootste elfenoorlogen in de geschiedenis. Maar nu waren ze aan het uitsterven. De Iskendriërs stonden er om bekend dat ze allemaal wit haar hadden, nu hadden de meeste blond of zwart haar. Maar hij kwam nog uit een echt Iskendriafamilie, allemaal zwart haar.
Een beetje geschrokken merkte een muur voor hem op. Een muur? In dit bos? Hij liet Asla halt houden en sprong van zijn paard. Geen sprietje gras dat ook maar een beetje boog.
Hij keek naar de hoge toppen van talloze bomen die boven de muur uitstaken. Een muur rond een bos, dat betekende gevaar! Geen bos kon zo belangrijk zijn om er een muur rond te zetten!
Hij snoof gelukzalig en kon de geur van het zoete avontuur al van hier ruiken. Uitbundig begon hij op de grote poort de kloppen.