(ik heb geen idee wat je bent, dus ik doe maar een lukrake gok.
)
X keek voorzichtig door de bladeren naar het wezen dat vlak voor haar zat.
Ze had het al een tijdje terug geroken en de geur ervan had haar aandacht getrokken.
Ze kende de geur niet en wou perse weten wie de eigenaar er van was.
Met haar gouden ogen bestudeerde ze het wezen.
Het leek op het eerste gezicht op een mens, een meisje op precies te zijn.
Ze had een kort jurkje aan en rare dingen aan haar poten.
Ze liep trouwens ook raar, op haar achterpoten zonder haar voorpoten te gebruiken.
Alsmaar nieuwsgieriger kwam ze dichterbij maar X durfde zich nog niet te vertonen.
De grote wolf had al in tijden geen levend wezen hier meer gezien, dus al het sociale contact was welkom. Want zelfs de vogels begonnen op ten duur te vervelen.
Ze bestuudeerde de bewegingen van het wezen. Zou ze gevaarlijk zijn?
De bladeren boden een goede beschutting voor de wolf en ze zou voorlopig niet gezien worden. Eerst maar eens moed verzamelen om nóg dichterbij te komen.
Iedere normaale wolf zou bang zijn voor zo'n wezen, maar X was nou niet bepaald een normaale wolf.
Ze was opgenomen geweest in een roedel waarvan WolfMande alfa was geweest. Ze had een goede band met hem gehad en dat was waarschijnlijk ook de enigste reden waarom ze in die roedel had gezeten. De rest mocht haar namelijk absoluut niet. Maar WolfMan was lief en aardig voor haar. Hij voede haar op en nam haar mee naar de berg. Waar hij veranderde van lichaam en haar dingen vertelde. Het drong nooit goed tot haar door wat hij zei. Het was een andere taal, een andere stem. En toch, toch begreep ze het woord voor woord. Het was erg apart en zeer bijzonder en ze hield van niemand meer dan hem.
Tot op die avond.
Een herindering kroop weer in haar hoofd omhoog.
Het was een prachtige avond geweest en Wolfman vertelde over dingen buiten hun "rijk" Over de butien wereld, krachten en magie. Over dingen waar ze geen weet van wist maar toch bekend mee voelde. Deze acond had hij het over de voorouders. Maar ineens stopte hij. De lucht voelde kil en draaide plotseling. Zacht momelde hij "nog niet, nu nog niet. Het is te vroeg..." Al was het eerder een soort kreun. Als iemand die het einde ziet maar eigenlijk nog wat te voltooien had. En toen verscheen hij. Het afschuwlijkste wezen wat x ooit had gezien. Blackkill. Een enorma zwarte wolf die meteen Wolfman aanviel. Wolfman riep dat Lyane Gold moest weg rennen. De kleine welp had er niks van begrepen. Wie was Lyane Gold? Daarna riep hij dat zijn, X, weg moest rennen. Had hij haar bedoeld met Lyane Gold? Ze snapte er niks meer van en zag hoe de wolven verder vochten. Ze wou haar pleegvader helpen maar kon zich niet veroeren. Alsof een buitenstaande kracht haar tegen hield. Toen, met een luid gekraak, brak de zwarte wolf de nek van Wolfman. "x" ontsnapte er uit zijn mond in zijn laatste adem en toen keerde het monster zich toch de welp. Ineens wist ze wat ze moest doen. Rennen, weg rennen tot dat ze niet meer kon. En dat deed ze. Dagen, weken, Maanden lang...
Ze woof de herinnering weg en betrapte een paar tranen in haar ogen. Het was nu al een halfjaar later en ze was al lang niet meer zo klein. Op de een of andere manier bleef ze maar groeien en groeien. En dat niet alleen, ze had jeuk. Niet de jeuk die je weghaalt door te krabben. Nee, het was een kriebel die maar niet weg ging. Het leek een beetje op magie.
Ze haalde diep adem en stapte met een nieuwsgierige scheve kop op het meisje af. Ze sprak haar taal (nog) niet. Maar kon hem wel begrijpen...